Cantate 21 in Nieuwe Kerk

De kerkelijke cantate BWV 21 “Ich hatte viel Bekümmernis” is door J.S. Bach verschillende keren gereviseerd. In 1713 geschreven -een jeugdwerk dus- , vanaf 1714 uitgevoerd, maar zelfs in 1731 bracht Bach nog wijzigingen aan.

E per ogni tempo, staat genoteerd bij deze cantate. Dat betekent dat deze cantate geschikt is voor elke gelegenheid, omdat de schriftlezingen en de tekst van de cantate een algemeen karakter hebben. De lezingen die horen bij deze cantate zijn 1 Petrus 5: 6 -11 en Lucas 15: 1 -10 met de bekende regels “U mag uw zorgen op hem afwentelen, want u ligt hem na aan het hart.” en “Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.

Er zijn in de muziek snelle emotionele contrasten en plotselinge veranderingen van solo naar tutti, snel en langzaam, forte en piano. In de solonummers is te horen hoe­veel Bach geleerd had van de opera uit zijn tijd. Muziekstukken als deze droegen er toe bij dat later in Bach’s contract in Leipzig een bepaling werd opgenomen dat zijn composities ‘niet de indruk van een opera mochten maken.’!

Een prachtige, veelzijdige cantate. In het eerste deel van deze tweedelige cantate – ook al een bijzonderheid – wordt de diepe droefheid geschetst van de menselijke ziel die teveel pijn, moeilijkheden en lijden ondergaat en niet kan geloven dat God er voor haar/hem is, om uiteindelijk uit te komen bij de verzekering dat je je beter geen zorgen hoeft te maken en dat de Heer er voor je is. Het tweede deel verschilt muzikaal sterk van het eerste deel.. Door het geloof komt men tot vreugde, en aan het einde van de cantate tot lofprijzing. Het tweede deel begint met een recitatief waarin de sopraan de onzekere menselijke ziel verbeeldt en de bas de vertrouwenwekkende Jezus.

de sopraan zingt:

Hier heerst alleen de nacht.

De bas-stem antwoordt:

Ik ben uw trouwe vriend,
die ook in ‘t duister waakt,
waar enkel schurken zijn.

Sopraan:

Breek dan toch met uw glans en licht vertroostend door.

Daarmee past deze cantate wonderwel bij het thema van deze Delftse Kerkennacht: Nacht van de kerk. De muziek beweegt van donker naar licht. Langs vele dramatische scenes en samenzangen van solisten en koor. Een vlechtwerk van verschillende stijlen, culminerend in uitbarsting van vreugde.

De cantate wordt uitgevoerd door het Oude Kerk Bachkoor en het Oude Kerk Bachensemble. Dirigent: Mark Tempelaars, sopraan:Djoke Winkler Prins, alt: Jan Kullmann, tenor: Roy Mahendratha en bas:Peter Scheele. Organist is Bas de Vroome. Voorganger in deze vesper is ds. Peter Wilbrink van de Vrijzinnig Hervormde Gemeente Delft.