15 mei | Nieuwe woorden van troost

Elke week worden ons nieuwe “woorden van troost” aangereikt, vanuit de breedte van de kerken in Delft. Deze week schreef ds. Hans-Jan Roosenbrand, predikant van de Gereformeerde Kerk vrijgemaakt, het volgende:

Het verhaal van Maria van Magdala, die huilend bij het graf staat en Jezus niet herkent totdat Hij haar naam zegt, is een vreemd Paasverhaal. Omdat Jezus iets geks tegen haar zegt: ‘Laat me los’. In deze tijd van versoepelingen zijn die woorden namelijk precies wat je juist wél weer wilt: elkaar vasthouden, iemand aanraken, de ander knuffelen.

Maar Jezus vraagt Maria om hem niet langer vast te houden. Om hem los te laten. Jezus moet nog ‘opstijgen’ naar zijn Vader, om vanuit die plek herkend te worden als de God en Vader van alle broers en zussen. Overal ter wereld.

Het is paradoxaal. Iemand loslaten om diegene terug te ontvangen, maar dan op een heel nieuwe manier. In het geval van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren vooral: samen. Zo zegt Jezus het tegen de vrouw die veel van hem hield: ‘Ga naar mijn broers en zussen en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God die ook jullie God is.’ (Joh. 20 vers 17)

We hebben in de afgelopen weken veel moeten loslaten. Misschien ontvingen we er wel mooie dingen voor terug. Contacten met mensen die eerst veel verder van je af stonden. En heel nieuw contact met God – gestript van veel dingen waaraan je zo gehecht was geraakt. Misschien ook wel een beetje té. Zou dat kunnen?