25 mei | Nieuwe woorden van troost

De “woorden van troost” werden ons deze week aangereikt door Eli Stok, priester van de RK parochie in Delft.

Anderhalvemeter-samenleving, coronakapsel, raamzwaaien: het zijn woorden die we in februari nog niet kenden, maar nu wel. Onder alle nieuwe begrippen is er één die wel een bijzonder sterke reactie oproept: het ‘nieuwe normaal’.

Tegenstanders van het begrip zeggen dat er geen sprake is van een nieuw normaal, maar van een tijdelijk abnormaal. De schaarste aan menselijk contact is geen situatie waaraan we moeten wennen, hoogstens een noodzakelijk kwaad. Nu de kerken bijna heropenen, zullen we er snel achter komen hoe het ‘nieuwe normaal’ binnen onze muren gaat zijn. Looplijnen, coördinatoren, geen samenzang: het zijn dingen die vreemd aanvoelen en waar we misschien niet eens aan willen wennen.
De nieuwe tempel
Meer dan eens is de situatie van de afgelopen maanden vergeleken met een ballingschap. Als die vergelijking klopt, gaan we binnenkort ontdekken hoe het is om terug te komen – met een kleine groep, zij het dan vol goede wil. In het boek Ezra wordt verteld hoe een aantal joden terugkomen uit Babylonië, en in hun oude thuisstad Jeruzalem beginnen met het leggen van nieuwe fundamenten voor de tempel. Dit wordt omgeven met feestelijke muziek, zang en gejuich. Maar de ouderen, die zich de oorspronkelijke tempel nog kunnen herinneren, beginnen te huilen. En dat leidt tot een vreemde mengeling van sterke gevoelens: ‘Juichen en huilen waren niet meer te onderscheiden…’
Een nieuw geduld
Als we de komende tijd voorzichtig het volle leven weer opzoeken – de restaurants, de concertzalen, de bioscopen, de kerken – hoop ik dat we ruimte kunnen geven aan deze gemengde gevoelens. Dat we het verdriet kunnen toelaten van mensen die huilen, ook als we onszelf opgelucht en bevrijd voelen. En dat we ons kunnen verheugen met de mensen die juichen, ook als we zelf aanlopen tegen de grenzen en ons afvragen wanneer alle beperkingen voorbij zijn. Laten we hopen en bidden dat er stevige fundamenten worden gelegd, niet voor een ‘nieuw normaal’, maar voor een nieuwe manier van leven die robuust is en zorgzaam tegelijk.